Een ander zou niet voor mij mogen bepalen of ik ziek word

Een ander zou niet voor mij mogen bepalen of ik ziek word

Verteld door: Sophie

Schuilend in: Zuid-Nederland

Opgetekend: april 2022

Mijn partner viel in maart 2020 op zijn werk uit tegen een collega die heftig aan het hoesten was en zich niet aan het toen al geldende overheidsadvies hield om thuis te blijven als je symptomen had.1 Hij is toen bij HR binnengelopen, waar men twijfelde of ze hiermee wat moesten. Op dat moment volgden wij al het internationale nieuws over Wuhan en Italië. We weten dat we tegen elkaar van verschillende dingen zeiden: ‘geniet er nog van, want dit wordt serieus’. Het RIVM meldde destijds dat het zeer onwaarschijnlijk was dat het in Nederland mis zou gaan, maar dat geloofden we toen—met ons boerenverstand—al niet. Het is tegenwoordig gemakkelijk om in de auto of een vliegtuig te stappen en een ziekte snel te verspreiden. De wereld is te verbonden met elkaar. Met vrienden zaten we voor het laatst in een bar en sommigen ontkenden meteen dat dit zo erg zou zijn.

De dag nadat mijn partner bij HR zat kondigde de overheid aan dat Brabant ging thuiswerken. Het was absoluut geen leuke manier om gelijk te krijgen. Het is te vergelijken met het wanhopige gevoel uit de later verschenen film Don’t Look Up, waarin leven op aarde bedreigd wordt door een komeetinslag. Bij onze beide werkgevers belandden collega’s ziek thuis en een aantal (familieleden) zelfs op de IC. Mijn toenmalige baas, een marathonloper en fitte vijftiger, werd ziek. Ik zag hem in april weer. Hij kwam toen als een oude man, uitgeput, de trap op. Ik herkende hem niet meer.

Het voorzorgsprincipe #

Voor de pandemie waren we gezonde, werkende dertigers met een ziek familielid. We wonen in een groene omgeving. We ondernamen regelmatig spontane activiteiten en was er redelijk wat drukte in ons dagelijks leven. Zo gingen we bijvoorbeeld naar verschillende musea, koffietentjes en ondernamen we korte trips of bezochten verenigingsactiviteiten. Ik deed zelf één dag per week vrijwilligerswerk bij een museum en volgde een (klassikale) opleiding naast mijn baan. Ook spraken we elk weekend af met vrienden en familie.

Thuiswerken

Afbeelding 1. Thuiswerken.

De directe aanleiding voor ons om te schuilen was de (terminale) ziekte van een familielid. We wilden op bezoek kunnen en waren daarom erg conservatief met onze contacten. Andere familieleden en vrienden die losser waren met de regels zagen we niet. Dit deed best pijn. Vooral door het onbegrip, omdat wij volgens hen ’toch niks te vrezen hadden’? We behoorden tot de eerste mensen in Nederland met (gewone) mondkapjes. Ook na het overlijden van ons geliefde familielid zijn we voorzichtig gebleven. Zowel voor onszelf, maar ook voor anderen.

Onze informatie haalden we uit de internationale media, tijdschriften zoals Science en Nature én van Twitter. Met een kritische blik. Dankzij epidemiologen Amrish Baidjoe, Alma Tostmann en infectiedeskundige Chantal Bleeker-Rovers leerden we bijvoorbeeld over het voorzorgsprincipe.

Het voorzorgsprincipe houdt voor mij in dat ik op dit moment nog niet voldoende weet over de impact van het coronavirus. Ik verwacht dat de wetenschap met steeds meer inzichten zal komen, maar in de tussentijd sorteer ik wél voor op eventuele ernstige gevolgen, in de hoop dat dit achteraf misschien overbodig blijkt te zijn geweest. Zo hebben we een CO2-meter in huis die constant aan staat en waar we op letten bij het bezoek (dat we nu overigens maar zelden over de vloer krijgen). Ook koos ik deze winter in november voor het eerst voor een (vrijwillige) griepprik. Verder houd ik rekening met de eventuele gevolgen van arbeidsongeschiktheid door corona en heb ik bijvoorbeeld bij mijn nieuwe baan voor een aanvullende verzekering tegen arbeidsongeschiktheid gekozen.

Jij bent toch gezond? #

Voor ons heeft schuilen morele en sociale redenen. Als je door de ingewonnen kennis die je hebt én met het aanpassen van je gedrag leed kunt voorkomen bij een ander, dan doe je dat. Daar ben ik nog steeds vrij principieel in. Veel mensen lijken zich deze ethische vraag niet te stellen. Of ze schuiven dit af op ‘de omstandigheden’, terwijl ik zelf wel degelijk zie hoe je controle kunt houden op de risico’s voor kwetsbare mensen. Ik zie dit als een soort percentageschaal, waar ik mijn geplande activiteiten langs leg en bijvoorbeeld mijn mondkapjes op aanpas. Ook als gezond persoon wil ik dit virus gewoon niet, want mijn gezondheid is me dierbaar. Een ander zou niet voor mij mogen bepalen of ik wel of niet ziek zou worden. Zo voelt het nu helaas wel, met de houding van ‘je krijgt het toch wel’ (en dan hoeven mensen hun gedrag blijkbaar ook niet meer aan te passen…). Deze publieke opinie vind ik een ethisch faillissement.

Stilleven

Afbeelding 2. Stilleven in een glazen stolp.

In persoonlijke gesprekken merk ik dat mensen vaak overhaaste generalisaties toepassen, zoals: ‘Ik was besmet en had er niet veel last van, dus nemen we daar nou zulke ingrijpende maatregelen voor?’. Zij beseffen niet dat je meer kwetsbare personen, en familieleden of geliefden van zulke personen, in je omgeving hebt dan je aanvankelijk denkt. Als ik dit vertelde, dan werd dit gerelativeerd met: ‘Nou, zo veel zijn dat er niet hoor, en jij bent toch gezond?’. Telkens moest ik uitleggen dat ik vanwege ons zieke familielid extra voorzichtig ben. Hier werd geen rekening mee gehouden. Dan werd ik toch weer uitgenodigd voor drukke feestjes en etentjes op een kluitje—met de ramen potdicht etcetera—zonder dat dit overlegd werd en mensen van onze situatie wisten. Daardoor zijn we meermaals vervelend verrast, mede omdat we bij ‘risicovolle’ momenten standaard 1,5 week wilden wachten voordat we ons kwetsbare familielid weer durfden te bezoeken.

Ik zie hoe we in de maatschappij in het algemeen kwetsbare groepen als last zien en dat maakt me bezorgd. In het vaccinatiebeleid heb ik bijvoorbeeld gezien dat kwetsbaren zelfs hebben moeten lobbyen om voorrang te krijgen bij vaccineren. Zo kregen Olympische sporters—tegen alle adviezen in—eerder vaccinaties dan mensen in een risicogroep en probeerde elke lobbyclub wel voor te dringen. Ik vond dit heel bijzonder dat je status blijkbaar onderhandeld moet worden in het maken van zorgbeleid.

Geen ruimte meer voor kritische vragen #

We werkten allebei thuis en zijn wel dagelijks naar buiten gegaan. Vooral de natuur in, op rustige tijden. Eventueel bij uitzondering zaten we wel eens op een terras, maar ook hier de drukte mijdend. Net voor de wereldwijde pandemie uitbrak begonnen we bij toeval met online boodschappen bestellen. Een gelukkige inschatting en we zijn daarna alleen bij hoge uitzondering naar winkels gegaan. Alles kan tegenwoordig via internet. We proberen te genieten van deze luxe die we hebben. Onze kwaliteit van leven was zeker net zo goed en door de (bewuste) rust zaten we allebei beter in ons vel. 
 Andere mensen ondernamen vanaf mei 2020 en in de jaren daarop weer meer. Ze vroegen ons mee zonder te beseffen dat dit voor ons telkens dilemma’s opleverde. Wij konden hier geen deel van uitmaken. We zijn ook in rouw door het verlies, maar merken veel ongeduld van anderen: ‘Je kunt jezelf niet eeuwig opsluiten’. Het leven is zeker eenzamer geworden. Ook ben ik zelf risicovolle vrienden gaan mijden, omdat het omgaan met hen te veel stress, discussies en ergernis oplevert.

In maart 2022 is dit allemaal moeilijker geworden. We worden soms bijna gedwongen om ons in onveilige situaties—zoals het OV en een drukke vergadering—te begeven, want ‘alles kan weer’, zonder dat je hierover kritische vragen mag stellen.

Sneeuw

Afbeelding 3. Sneeuw.

Glashard ontkennen #

Het meest schokkend waren de versoepelingen die voor ons telkens te vroeg kwamen en het extreme individualisme. Het bizarre was dat de behandeld arts van ons zieke familielid zelf op de IC is beland. Onze uitweg was de grens over, maar Duitsland hield (na de zoveelste opleving hier) de grenzen vanuit Nederland toen dicht. We vermoeden dat er in het Nederlandse ziekenhuis triage is toegepast en ons familielid een lijdensweg heeft gekend en hierdoor eerder is te komen overlijden. We zullen het antwoord nooit echt weten, maar we missen al een aantal personen in onze naaste én verre familie door corona.

Mijn mening over de aanpak sijpelt hier waarschijnlijk al voldoende tussendoor en vermoedelijk hebben de (kritische) experts al veel gezegd over de (Nederlandse) aanpak van de pandemie. Maar het maakt me boos dat het kabinet constant woordspelletjes speelde waarmee definities, feiten en wetenschap uitgehold werden. Nederland week duidelijk van internationale richtlijnen af. Dit was ook te controleren met berichten uit de (internationale) pers en nieuwe inzichten vanuit de wetenschap. Toch stonden de beleidsmakers dit voor de camera’s en journalisten glashard te ontkennen.

Ik zie de toekomst vooral als een morele vraag. Hoe willen wij als maatschappij met kwetsbare mensen omgaan, met de achteruitgang van de algemene gezondheid, met onze waardevolle zorgmedewerkers, met de verdere vergrijzing? Of hoe gaan we überhaupt om met de beperkte grondstoffen op deze wereld en het klimaat? Ik probeer te blijven hopen op een goede uitkomst, maar telkens zie ik bevestiging in mijn mening dat ik het niet aandurf om binnen deze egocentrische en harde maatschappij kinderen groot te brengen. Ik zal inspringen bij familie met kinderen als dit moet, maar mijn vrees is dat zij door de herhaaldelijke blootstelling aan covid via de scholen niet gezonder gaan worden en dat we vanuit de overheid of sociale omgeving steeds minder mogen verwachten.


  1. Namen in dit verhaal zijn aangepast om de privacy van mensen te beschermen. ↩︎

Deel gerust, als u wilt: