Het risico op chronische schade komt steeds dichterbij

Het risico op chronische schade komt steeds dichterbij

Verteld door: Helen

Schuilend in: Amsterdam, Nederland

Opgetekend: maart-april 2022

In januari 2020 las ik in een krant over het coronavirus in China en was direct alert.1 Ik begon er meer over op te zoeken. De eerste berichten die ik vanuit China op het spoor kwam, waren verwarrend en verontrustend. Binnen een paar dagen groeide mijn alertheid naar zorg naar echte stress. Ik voelde dat dit binnenkort alles zou gaan ontwrichten, tenzij we actie zouden nemen. Ik probeerde het er met anderen over te hebben, maar vrijwel iedereen wuifde het weg. Sommigen adviseerden mij zelfs om naar een psycholoog te gaan. Ik klonk volgens hen erg gealarmeerd terwijl er ’niets aan de hand was’. Misschien kon ik aan mijn angsten werken?

Intussen moest ik ergens heen met mijn energie en zorgen en ging allerlei schema’s maken met aantallen besmettingen en andere gegevens die al bekend waren, zocht internationale appgroepen op waarin mensen er ook mee bezig waren. Ik vond dat ik mensen moest waarschuwen met wat ik onderhand allemaal wist, want dan zouden ze zich wel anders gaan gedragen—zo dacht ik toen tenminste. Maar toen ik merkte dat anderen het niet serieus wilden nemen raakte ik meer en meer in de stress. ‘Hè getsie, het is niet gezellig praten met jou’.

Toen het schuilen begon #

Voor de pandemie werkte ik dagelijks op kantoor, en ging ik ongeveer drie keer per week naar een sportles of yogales, meerdere keren per week naar meditatiegroepjes. Ik sprak veel af met vrienden in een café of restaurant, ging naar concerten, theater, de sauna, ik reisde met het OV (ik had toen nog geen auto). Na werk liep ik vaak even de supermarkt in—op dat gebied was ik vrij spontaan en ongepland. Ik woonde (en woon nog steeds) in een klein appartement in de stad: thuis was ik toch maar weinig. Ik woon alleen met mijn kat en ik had een beginnende LAT relatie. Ook reisde ik graag: stedentripjes, op reis voor werk, of een langere rondreis. Mijn leven was vrij spontaan. Wat ongepland met veel vrijheden, zoals veel stedelingen zonder kinderen. Ik deed veel leuke dingen en alles kon eigenlijk, ik had weinig zorgen.

Meditatie

Afbeelding 1. Waar ik eerst naar meditatiebijeenkomsten ging, mediteer ik nu alleen.

Vanaf februari 2020 realiseerde ik me dat mijn kleine appartement midden in de stad ineens ging veranderen van droomhuis (voor mij) naar zeer sub-optimaal. Ik besloot om tijd te maken om bewust afscheid te nemen van het leven zoals ik het kende en ging alles ‘voor de laatste keer doen’: naar theater, de sauna, meditatiebijeenkomst, uit eten met vrienden, in de trein en naar kantoor… Voor mezelf had ik de mantra: ’tot half februari (2020) is het redelijk veilig en is de kans dat je ergens tegenaan loopt klein, dus ga die dingen nu nog doen, neem afscheid’. Ook had ik met mezelf afgesproken dat ik daarna ‘op slot’ zou gaan. Dat besprak ik niet met anderen, want anderen verklaarden me immers voor gek. Ik haalde mijn laatste voorraad boodschappen (nu wèl met een lijst en planning). Ik zag mijn vriendje voor het laatst en ging voor het laatst naar kantoor, ik meldde me ziek.

Nieuwe routines #

Ik woon klein en heb een balkon, geen tuin. Mijn appartement heeft een gezamenlijk trappenhuis. Boodschappen laat ik nu al ruim twee jaar bezorgen. Ik laat de bezorger de tasjes buiten voor de voordeur neerzetten en ga ze dan pakken. Ik heb het lang volgehouden om de boodschappen vervolgens 72 uur niet te gebruiken. Een heel regime had ik voor hoe dat dan in de koelkast te bewaren, handen wassen. Later ging ik de boodschappen wel eerder gebruiken, maar dan spoelde ik alles af, ofwel met afwasmiddel of met kokend water. Dat doe ik nu niet meer. Mijn boodschappen gebruik ik gewoon, maar ik laat nog steeds bezorgen. Daarmee heb ik wel veel beter leren plannen en voorraadbeheer in de vingers gekregen.

Ik ben verschillende zorg gaan vermijden: ik was nog naar de kapper, tandarts en huisarts geweest in mijn ‘afscheidsronde’ begin februari 2020. Daarna heel lang niet meer. De kapper heb ik pas in december 2020 weer bezocht. Bij de tandarts ben ik met veel stress in zomer 2020 weer geweest. Dat moest wel, vanwege last van een kies. In de zomer van 2020 moest ik ook weer naar de huisarts. Bij een controle ontdekte die bij mij ineens een aangeboren gezondheidsprobleem, waardoor ik plotseling ook in de risicogroep viel en onderdeel werd van de ‘griepprikgroep’.

Intussen was iedereen thuis gaan werken. Dus kon ik ook gewoon weer aan de slag, want mijn werk kan ook prima vanuit huis. Er was soms wel druk om naar kantoor te komen. Dit leek wel een statusding te worden: ‘ik moest op kantoor zijn’ betekende dat je binnen de kantoorwerkelijkheid belangrijk was. Ik accepteerde dat mijn weigering om naar kantoor te komen mijn positie in werk geen goed deed.

Mijn contact met anderen #

Tot aan zomer 2020 zag ik mijn vriendje maar twee keer: buiten in een weiland, waar we een afstandspicknick deden. Hij maakte een heel andere risicoafweging. Ik verwachtte en accepteerde dat we daardoor ons contact niet zouden kunnen voortzetten, maar tot mijn verbazing deden we dit wel. We zochten en vonden er een weg in. Vrijheid en eigen keuzes zijn sowieso belangrijke uitgangspunten in onze relatie. Doordat we apart wonen, kunnen we dus beiden een ander risicoprofiel aanhouden. Soms is dat wel degelijk een grote uitdaging en zien we elkaar een tijdje niet. We spreken ook vooral bij hem af: ik heb voor het eerst in mijn leven een auto, zodat ik het OV kan mijden. Hij zou wel met OV naar mij komen, maar dat vind ik niet fijn. Wat hij nu wel doet, is naar mij komen fietsen; een tocht van 45km, enkele reis. Vrienden zie ik nog maar weinig. Soms gaan we wandelen en we (video)bellen of appen. Bij mijn ouders ga ik op bezoek, ofwel alleen buiten, of ik houd een FFP2 mondkapje op gedurende mijn hele bezoek en ik eet apart. Mijn ouders zijn ook voorzichtig, maar passen op op hun kleinkinderen. Ik denk eigenlijk dat ze al een keer corona gehad hebben, toen dat nog niet getest werd. Het bijzondere is dat mijn zus totaal aan de andere kant van het spectrum staat: ze heeft zich niet laten vaccineren, vindt corona onzin en ongevaarlijk. Ze maakte de inmiddels beruchte vergelijking van ongevaccineerden en de QR-code met de Jodenster. Voor ons beiden is dit grote contrast lastig laveren. We doen ons best om de verbinding te behouden en elkaar te respecteren.

Verjaardag

Afbeelding 2. Mijn verjaardagsfeestje met als gasten enkel mijn kat en mijn vissen.

Sinds de coronatijd heb ik veel meer tijd alleen doorgebracht. Ik heb zeker in 2020 vijf maanden vrijwel niemand gezien en sowieso niemand dichtbij. Ik ontdekte hoe een kluizenaar leeft—alleen dan niet in afgelegen gebied, maar middenin de stad. Die eerste maanden kwam ik mijn huis ook niet uit. Pas begin mei 2020 ging ik weer fietsen en erop uit. In juli 2020 kocht ik mijn auto. Dat geeft me sindsdien dus wel weer alle vrijheid om de natuur in te gaan of dingen te doen. Ik heb veel nieuwe hobby’s opgepakt, of oude hervonden. Ook ben ik veel blijven mediteren. In plaats van de sportschool richt ik me op hardlopen. Ik ontdekte dat ik een stuk rustiger werd zonder al die drukte die ik vroeger in mijn leven had; verstilde meer, hervond mezelf meer.

Maar helemaal zonder anderen kan ik ook niet. Vanaf zomer 2020 ben ik mijn vriend dus wel weer gaan zien. De meeste tijd is hij de enige die ik zie. Als we elkaar zien, dan doet hij eerst een zelftest. Een enkele keer ga ik wandelen met een vriend of vriendin, ga bij mijn zus op ‘raamvisite’ (zij staat dan in de deuropening, ik buiten op afstand), of bij mijn ouders langs met een FFP2-masker op. Met vrienden heb ik bel-afspraken. Er is ook nog een vriend die net als ik voorzichtig doet, helaas woont hij een heel eind weg. Eigenlijk is hij de enige die ik ken die nog steeds voorzichtig is. Verder heb ik inmiddels heel veel individuele hobby’s, zoals tekenen en schilderen, planten en sinds kort een volkstuin (moestuin), wat me erg helpt. Alleen mijn vroegere activiteiten zoals sauna, theater, café, restaurant, veel afspreken met vrienden, reizen, sportschool, spontaan shoppen… dat is er allemaal niet meer bij.

Ongeloof #

Ik ben altijd wel veel met gezondheid bezig geweest. Ook voor corona liep ik vaak al wel de treincoupé uit als er iemand zat die flink aan het hoesten was. Aan het begin van de pandemie wisten we nog niet hoe het virus precies zou uitpakken, maar ik wilde het koste wat kost niet oplopen. Alles wat ik erover las en de wetenschappelijke artikelen die erover verschenen, gaven aan dat het serieus foute boel was. Al heel vroeg waren er serieuze aanwijzingen dat dit virus op langere termijn schade kon aanrichten. Dat beeld werd in de daaropvolgende jaren telkens bevestigd. Bovendien zag ik het in mijn omgeving: een vriend van mij kreeg in 2020 corona. Dat verliep in de acute fase ‘mild’, zoals dat heet, maar nadien werd duidelijk dat hij nierschade had opgelopen. Voorheen niets aan de hand. Inmiddels is dit een erkend beeld, het gebeurt meer mensen, maar we horen er weinig over. Hij heeft er nog steeds last van. En mijn schoonzus liep in 2021 na een besmetting op haar werk in de zorg long-covid op. Ze was toen al gevaccineerd. Zo’n jonge meid van in de twintig die nu hele dagen op de bank ligt. Ze kan haar werk niet meer doen, mijn broer die fulltime werkt, mantelzorgt nu voor haar. Ik vind dat hartverscheurend voor zo’n jong stel.

Mijn ongeloof over de aanpak van Nederland is in al die tijd niet kleiner geworden. Mensen die voorzichtiger willen zijn en het virus willen vermijden zijn vogelvrij. Juist door de communicatie en houding van de overheid worden mondkapjes, ventilatie, aerosolenverspreiding en lange termijnschade niet serieus genomen. Het is daarom ook als tegen een muur praten in gesprek met anderen. En in mijn eentje voorzichtig zijn, dat is bij een sociaal overdraagbaar virus nu precies een contradictio in terminis [woordelijke tegenspraak]. Mezelf heb ik al beperkt waar ik kan. Al het verlies aan ruimte geaccepteerd, gezocht naar nieuw perspectief met een focus op positieve kanten aan de situatie… Maar het net sluit zich nu. Mijn vriend wil niet langer voorzichtig doen. Hij ziet het risico wel, maar accepteert dat, en is er als het ware oké mee als het leven morgen zou stoppen. En tot die tijd: volop leven en niet in de wachtstand staan.

Aquarel

Afbeelding 3. Inmiddels heb ik veel individuele hobby’s, waaronder aquarelleren.

Die twee zaken opgeteld maken dat ik voorzichtig kan zijn wat ik wil, maar als ik mijn vriend blijf zien, loop ik alsnog flink risico, gezien de hoge virusdruk. En zelftesten zijn zonder klachten maar matig betrouwbaar. Ook op het werk wordt de druk opgevoerd. Daar ga ik nu met FFP2 heen, maar dan kun je bijvoorbeeld niet eten. Je krijgt, omdat je de enige bent, ook telkens opmerkingen of blikken. Hoe kan ik nu nog schuilen? Ik ben al behoorlijk rigoureus geweest de afgelopen twee jaar, maar als ik dit voort wil zetten moet ik mijn relatie verbreken en emigreren naar een land met een rationeler beleid. Maar hoe kom ik daar aan mijn inkomen? En tot hoever kun je alles uitkleden, tot het geen leven meer is? Ik vrees dat mijn mogelijkheden nu uitgeput zijn. Ik sta met mijn rug tegen de muur. De overheid noemt dat ’eigen verantwoordelijkheid’, maar dat is je reinste demagogie. De optie om weinig risico te lopen en nog iets van een leven te hebben, is er in werkelijkheid niet. Bewindslieden houden een mooi verhaal op, terwijl ze gewoon hun verantwoordelijkheid ontduiken.

Wat Nederland nu doet is extreem #

Toen ik begon met schuilen wist ik nog niet dat ik tot de griepprikgroep behoor. Maar het gezondheidsrisico was er voor mij dus eigenlijk de hele tijd al. Mijn bezorgdheid over dit risico gaat specifiek over lange termijnschade. Ik gun mezelf een gezonde oude dag. Maar daarnaast schuil ik, omdat ik het virus per se niet naar anderen wil overdragen. Zeker met alle aanwijzingen van lange termijnschade, is het doemscenario dat ik voor me zie dat we over een paar jaar in een land leven met onwaarschijnlijk veel chronisch zieken. Gezondheidsschade die dan niet meer terug te draaien is, terwijl we dan misschien wel een middel gevonden hebben om lange termijnschade te voorkomen. Waarom zou je die kans nu weggooien?

In andere landen zie ik dat dit lange termijnbeeld wel meegewogen wordt. Ik geloof in een aanpak met goede mondkapjes op veel plekken, zodat corona meer in eigen bubbels blijft en zich lastiger verspreidt. In Nederland lijkt dit soort aanpak nu extreem, maar als je uitzoomt en door de ogen van andere landen kijkt, is wat Nederland nu doet juist extreem. Ik heb vrienden in verschillende buitenlanden en contact met hen sterkt mij in mijn visie.

Stille plekjes

Afbeelding 4. In Amsterdam ken ik nu alle verborgen stille plekjes.

Aan de andere kant maakt het me soms ook jaloers om te zien hoe in bepaalde andere landen mensen wél gewoon een mondkapje opdoen, en maatregelen veel meer geaccepteerd worden. Soms vind ik het dan moeilijk om van vrienden in het buitenland te horen hoe dingen bij hen veel beter zijn. Dan denk ik wel eens ’nu even niet’.

Toekomst #

De afgelopen twee jaar hebben mij zeker veranderd. Naast nieuwe hobby’s, vaardigheden en routines, ben ik meer mezelf geworden. Ik was altijd al prikkelgevoelig en een introvert—maar wel een sociale introvert, dus ik kon me ook goed voegen naar het drukke leven dat ’normaal’ was. Wel sliep ik vaak slecht, want eigenlijk werd ik te veel geprikkeld. Nu slaap ik veel beter. Ik ben nu rustiger, minder zoekend, in verschillende opzichten gelukkiger en meer in balans. Ik hoef minder geld uit te geven, omdat ik geen materiële troost meer nodig heb voor hoe slecht alle drukte eigenlijk bij me paste. Ik ga meer mijn eigen weg.

Wel voel ik me veel minder op mijn plek in mijn kleine stadse appartement. Er is vaak geluid van de buren of de zoveelste verbouwing. Ik heb geen tuin bij mijn huis en al het gemeenschappelijk groen is druk bezet. Graag zou ik dus verhuizen, maar de woningmarkt maakt dat lastig. Bovendien is huizen kijken voor mij ook lastig (met makelaars en medekijkers zonder mondkapjes), laat staan een verhuizing. Ook heb ik nu de droom om naar het buitenland te verhuizen. Ik voelde me al nooit zo Nederlands, maar vind het nu echt moeilijk om me tot dit land te verhouden.

Overigens is dat ‘meer in balans voelen’ en ‘rustiger zijn’ nu dus voorbij, aangezien ik niet meer goed door kan gaan met schuilen nu er geen enkele maatregel meer is en anderen steeds minder rekening met me willen (of kunnen) houden. Ik houd me nu veel bezig met meditatie om te proberen dit alles te accepteren, maar dat lukt nog niet geweldig goed. Ik worstel met hoe de toekomst eruit gaat zien. Ik zie niet hoe ik verder kan en zie het risico op chronische gezondheidsschade en herhaaldelijke infecties ook voor mij steeds dichterbij komen.


  1. Namen in dit verhaal zijn aangepast om de privacy van mensen te beschermen. ↩︎

Deel gerust, als u wilt: